25 JUNI 1981
1078
bereiken wat zij wil bereiken. Ik wens de werk
groep daarbij succes toe.
De heer GARRITSEN: Kan de wethouder nog even
meedelen welke bezwaren bestaan tegen het voorstel
van mevrouw W. en mevrouw B. en tegen voorstel 41?
Wethouder WELSCHEN: Het voorstel van mevrouw
W. en mevrouw B. betreft het punt van de individua
lisering. Binnen het college bestaat verschil van
mening over de vraag of het daarbij om een plaat
selijke of om een landelijke kwestie gaat. Daar
naast is de vraag aan de orde of je uitsluitend
een regeling kunt treffen voor premies en uitke
ringen en of die kwestie in feite niet in totali
teit zou moeten worden geregeld. Wij hebben zo
juist een aantal aardige dingen gezegd over de re
latie tussen deze zaak en het draagkrachtprincipe
en ik denk dat die meespelen.
De VOORZITTER: Na het zeggen van aardige din
gen gaan wij nu over tot het besluiten van aardige
dingen. Naar mijn mening dienen wij eerst te oor
delen over het amendement van de heer Garritsen,
dat in tweede instantie is gewijzigd.
Hierna wordt het amendement van de heer Gar
ritsen c.s. in stemming gebracht en met 25
tegen 6 stemmen verworpen.
TEGEN stemmen: de heren Koertshuis, Kammeraat,
Ten Wolde en Römkens, mevrouw Van Rooij-van
den Heuvel, de heren Schuring, Sandberg, Gie-
lenPaquaijDreefVan Asseldonk en Van den
Wijngaard, mevrouw Muntjewerff-van den Hul,
de heren Peeters, Welschen en Van Banning,
mevrouw Saelman-Boelende heren De Brouwer,
Eissens, Taks, CrulSuurmeijer, Van Duijl,
Goos en Van Dun.
VOOR stemmen: de heren Hendriksen en Oomen,