25 JUNI 1981
1104
verband met de inrichting, niet zijn opgenomen. De
uiteindelijke verantwoordelijkheid ligt evenwel
bij het college.
Mevrouw ELIE-VAN ESIk neem aan dat ik het
met de wethouder oneens zal blijven over de 40%.
Er wordt een aanvullend krediet van ons gevraagd
in verband met dingen die indertijd zijn vergeten,
wat voor ons toch wel onbegrijpelijk blijft. De
heer Schuring wees er al op dat iedere school ver
lichting moet hebben en dat in iedere school
vloerbedekking behoort te liggen. Als in 1978 de
kosten hiervoor al waren opgenomen, zou misschien
op dat moment duidelijk zijn geworden dat wij een
andere keus moesten maken. Nu staan we echter met
de rug tegen de muur en kunnen we niets anders
doen dan met dit voorstel instemmen.
De heer GARRITSEN: Ik heb geen antwoord gehad
op mijn vraag bij wie de verantwoordelijkheid voor
deze kwestie heeft gelegen. De wethouder sprak van
meerdere personen en stelde vervolgens dat het
college verantwoordelijk is, maar gezien de groot
te van het bedrag het gaat nota bene om een mil
joenmag die kwestie niet in een paar minuten
worden afgedaan. In feite vind ik het schandalig
dat de 50.000,- voor de stimuleringsscholen niet
kan worden gevonden en dat aan deze miljoenen maar
enkele minuten wordt besteed.
De heer SCHURING: In de commissie hebben we
er ons toch meer dan een halfjaar lang mee bezig
gehouden
De heer GARRITSEN: Dat weet ik, maar nu vindt
de formalisering in de raad plaats. Er moet mijns
inziens duidelijk worden gemaakt dat er iets zal
worden gedaan. Het is niet voldoende om alleen
maar te zeggen dat het college een paar dingen
heeft verzuimd en dat voor deze gang van zaken
meerdere personen verantwoordelijk waren, om