1105 25 JUNI 1981 vervolgens vrolijk verder te gaan. Er moeten be sluiten worden genomen tot het nemen van maatrege len die dit soort dingen kunnen voorkomen. Ik weet ook wel dat nooit absolute garanties kunnen worden gegeven, maar deze wijze van beantwoorden is mijns inziens toch wel nietszeggend. Als de beantwoor ding in tweede termijn niet méér oplevert, zal ik tegen dit voorstel stemmen, Wethouder VAN BANNING: Mijn beantwoording in tweede termijn zal niet zo gek veel méér opleveren. Met het amoveren van enkele gebouwen is een miljoen gemoeid, welk bedrag niet door het rijk wordt vergoed. Wellicht is dat het verschil waarop de heer Garritsen doelt. Voor wat betreft de verantwoordelijkheid wens ik niets meer toe te voegen aan hetgeen ik reeds heb gezegd. Ik betreur het dat mevrouw Elie en ik het op dit punt niet eens kunnen worden. Er moet in dezen een onderscheid worden gemaakt tussen hetgeen met de bouw te maken heeft en datgene wat in hoofdzaak te maken heeft met inrichting en dergelijke. Dit onderscheid kan men terugvinden in de nadere opga ve die is verstrekt. Ik heb toegegeven dat het zeer is te betreuren dat bepaalde dingen zijn ver zuimd op te nemen in de indertijd gemaakte begro tingen, maar ik geloof niet dat het zinvol is hier^- bij nog langer stil te staan. Wij zullen nu mijns inziens de situatie naar behoren dienen recht te trekken Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna over eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten, onder aantekening dat de heer Garritsen geacht wil worden te hebben tegengestemd. 39. bijlage nr. 251 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT BENOEMING VAN EEN HONORAIR AMBTENAAR VAN DE

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1105