25 JUNI 1981 1108 pas nu dit voorstel aan de orde is, aangezien per 1 april de nieuwe situatie is ingegaan. Gezien de totale problematiek is er onzes inziens een wat slechte methodiek gevolgd. Bovenaan pagina 2 wordt een opmerking gemaakt over de totale personeelsproblematiek. Thans wil len wij daarop niet inhoudelijk ingaan, maar in de commissie hebben wij gezegd dat naar onze mening het college ons op een onheuse manier tot een uit spraak en een oordeel meende te moeten dwingen terwijl het college daarover zelf nog geen uit spraak heeft gedaan. Er wordt iets aangekondigd voor de raad, maar als dat naar de raad toe komt dient er ook een duidelijke college-uitspraak bij te worden gevoegd, uiteraard op basis van een on derzoek. Het kernpunt in dezen is de taak welke naar de mening van uw college de ambtenaar van de sociale dienst dient te hebben. Die taak kan be perkt, doch ook zeer uitgebreid zijn, in welk ver band ik de term "bijstandsmaatschappelijk werker" wil noemen, waarmee tegenwoordig de ambtenaar van de sociale dienst wordt aangeduid. Graag horen wij daarover het standpunt van het college, alvorens wij tot uitspraken worden gedwongen. Wethouder PAULUSSEN: Door verschillende spre kers is gezegd dat hetgeen thans aan de orde is eigenlijk een kleine uitbreiding voor een heel grote taak inhoudt. Vanwege een wijziging van de Werkloosheidswet zal een grote hoeveelheid extra werk ontstaan. Het geld dat naar Breda zal komen zal lang niet voldoende zijn om het extra werk dat het gevolg is van de verandering van de zogenaamde referte-eis te kunnen opvangen. Het is echter prak tisch zeker dat wij een bedrag van drie ton zullen ontvangen en daarom hebben wij als college beslo ten vooruitlopend op de definitieve goedkeuring de raad uit te nodigen tot het nemen van een besluit. Indien de raad positief besluit, zullen wij de di recteur machtigen met de werving een begin te ma ken. Dat is de methodiek die wij toepassen en wij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1108