1115
25 JUNI 1981
zijn geweest deze zaken met elkaar te vergelijken.
In de commissie is van de kant van de dienst Enwa
gezegd dat men nog bezig is met de uitwerking van
de kostenberekening ten aanzien van een eigen
c.v.-installatie. Als mijn aantekeningen juist
zijn is door de plaatsvervangend wethouder voor de
bedrijven gezegd, dat eventueel op dit voorstel
kan worden teruggekomen indien uit de berekeningen
omtrent een eigen unit blijkt dat er grote ver
schillen bestaan tussen de aansluitkosten en het
vastrecht voor stadsverwarming enerzijds en een
individuele cv.-installatie anderzijds. Op basis
van die toezegging zijn wij met dit voorstel ak?-
koord gegaan, maar ik zal graag nogmaals horen dat
hierop kan worden teruggekomen indien aan de hand
van de berekeningen van het Enwa blijkt dat er
sprake is van grote afwijkingen.
De heer VAN DEN WIJNGAARD: Ik wil alleen even
de opmerking maken dat de heer Dreef het kennelijk
dienstig acht dat die toezegging driemaal wordt
vastgelegd, want zij is al vastgelegd in de notu
len van de commissievergadering en in het college-
besluit. Nu moet zij dus ook nog worden vastgelegd
in de notulen van déze vergadering.
Wethouder VAN BANNING: Met de heer Dreef ben
ik het eens dat het hierbij gaat om een buitenge
woon moeilijke zaak en een complex stuk. De heer
Dreef weet ook dat er veelal vergelijkingen worden
gemaakt op basis van de aardgasprijs sec. Daarbij
worden dan niet de kosten meegenomen welke men
zelf moet maken voor de installatie, terwijl dat
in feite wel zou moeten gebeuren. Zo zijn hierbij
verschillende kanttekeningen te plaatsen, die bij
de overwegingen dienen te worden betrokken wanneer
men tot een vergelijking wil komen. Ik vrees dat
daaraan nog wel eens voorbij wordt gegaan.
Inderdaad is deze kwestie ook in de commissie
bedrijven besproken. Het is uiteraard de bedoeling
dat dit voorstel onverkort wordt gehandhaafd, dus