27 JANUARI 1981
111
van het college die straks zal worden afgelegd als
over de mededeling die u zojuist is uitgereikt,
helaas op een laat tijdstip, maar dat kon niet an
ders. U zoudt zich mijns inziens moeten uitspreken
over de procedure en het vervolg van deze avond.
De mededeling van het college spreekt, denk
ik, voor zichzelf. Er is sprake van de mogelijke
besluitvorming, alsmede en dat wil ik ook in de
richting van degenen die ons vanavond bezoeken na
drukkelijk zeggen van een informele bijeenkomst
die na afloop van de vergadering zou kunnen plaats
vinden. Ook is er in de mededeling sprake van een
vervolg, mogelijk in een extra raadsvergadering.
U kunt het zelf lezen en zelf beoordelen.
Conform de gemaakte afspraken zal nu een ver
klaring van de zijde van het college van burgemees
ter en wethouders over de voorgenomen sluiting
worden afgelegd. Daartoe is het woord aan de heer
Sandberg
Wethouder SANDBERGTeneinde de raad naar
vermogen een goed inzicht te geven in wat er de
afgelopen periode is gebeurd, zal ik mijn betoog
aan de hand van een chronologisch overzicht houden
Zoekend naar een moment waarop je zo'n overzicht
zou kunnen laten beginnen, zou je een willekeurige
"insteek" in de afgelopen tien jaar kunnen kiezen.
Op diverse tijdstippen is immers de continuïteit
van de Enka-vestiging ter sprake geweest. Ik heb
echter gemeend niet te ver in de historie te moe
ten duiken en te moeten aanvangen met het tijdstip
donderdag 15 januari j.l., des namiddags om half
vier. Voor dat tijdstip stond in mijn agenda een
normale afspraak met de bedrijfsdirecteur van de
Enka-vestiging Breda, de heer Kuipers, voor een
periodiek onderhoud. Dat onderhoud heeft een gans
ander karakter gekregen: de voorzitter en onderge
tekende hebben bij die gelegenheid niet alleen met
de heer Kuipers gesproken, maar ook de heer Sorg-
drager, voorzitter van de Raad van Bestuur van En-
ka B.V.die in het gezelschap van de heer Kuipers