25 JUNI 1981
1120
en de krapte van het fonds waarover wordt beschikt
U weet dat het milieubesef in de laatste jaren ge
leidelijk aan sterker is geworden en ik wens ons
allen toe dat hetzelfde in de toekomst zal gelden
voor het fonds ten behoeve van het milieu, hetgeen
de raad mede in de hand heeft.
Ik zal niet ingaan op het feit dat de heer
Kammeraat het betreurt dat in het verleden de gang
van zaken voor wat betreft de mensen die voor het
milieu beschikbaar moesten zijn niet altijd is ge
weest zoals hij gaarne wenste, want...
De heer KAMMERAAT: Dat geldt niet alleen voor
het verleden, maar ook voor het heden.
Wethouder VAN BANNING: Wij moeten inderdaad
het verleden, het heden en de toekomst als één ge
heel bezien. Het zal zeer duidelijk zijn dat wij
bij de behandeling van de begroting nog over deze
materie zullen praten. Het is overigens niet mijn
bedoeling er nu maar gladjes langs te lopen; inte
gendeel. Ik constateer dat er ook in de raad een
groeiende zorg op dit punt valt te constateren. In
dat licht moet het ook worden gezien dat wij de
mogelijkheid die zich voordeed hebben aangegrepen,
niet om ip te grijpen in een privaatrechtelijke
verhouding, maar om bepaalde stappen mede te onder
steunen. Daarvoor hebben wij een post van
17.000,- ter beschikking gesteld. Mijns inziens
getuigt dit van een goed beleid, dat door ambte
lijke inzichten wordt ondersteund en waarin mijn
collega is voorgegaan.
Op een bepaald punt verschilt de heer De Brou
wer 'met ons van mening. Hij maakt het mij erg moei
lijk met zijn opmerking dat wij de kosten moeten
laten waar zij thuishoren. Als wethouder van finan
ciën moet ik eigenlijk zeggen dat die opmerking
mij uit het hart is gegrepen. Doordat wij de post
milieu hiervoor gebruiken wordt er nu echter een
extra accent gelegd op de milieuzaken. Op zichzelf
mag dat geen rechtvaardiging van deze handelwijze