1121 25 JUNI 1981 zijn, maar het is mijns inziens toch een goede zaak dat het is gebeurd. Ik ben het er niet mee eens dat er in dezen sprake zal zijn van precedentwerking, óók niet op het punt van het ingrijpen in privaatrechtelijke verhoudingen. Wij kunnen daartoe alleen overgaan als de wet ons dat mogelijk maakt. Wél moeten wij gebruik maken van omstandigheden die zich voordoen. De heer De Brouwer heeft voorts opgemerkt dat de tijd waarin L.P.G. goedkoop was thans voorbij is; dat is dan zijn opvatting. Hij zal weten dat het vroeger werd afgefakkeld, maar mijns inziens is het economisch gezien goed dat het L.P.G. thans voor bepaalde doeleinden wordt gebruikt. Afgezien van de hoogte van de prijs, meen ik persoonlijk dat het een goed verschijnsel is dat het L.P.G. thans niet meer wordt afgefakkeld maar benut. Gaarne ondersteun ik de dank die de heer Dreef heeft uitgesproken in de richting van het apparaat en het L.P.G.-comité. Als er op een juiste wijze en ook die opmerking komt voor mijn persoonlij ke rekeningop een wat prettige manier wordt sa mengewerkt om iets te bereiken, kan dat niet an ders dan lof verdienen. In dit geval heeft dat in derdaad tot succes geleid. Ik meen dat ik hiermee op alle opmerkingen ben ingegaan. De heer Kammeraat sprak van kaalpluk ken van het fonds, maar ik weet dat hij dit toch een goede zaak vindt. Ik dank ook hem voor het feit dat hij met deze voorstellen kan instemmen. De heer DE BROUWER; Hetgeen de wethouder heeft gezegd over affakkelen was mij niet helemaal dui delijk en ik neem ook aan dat hij mij niet volle dig heeft begrepen. Het gaat er mij om dat de ver houding tussen de eigenaar van het terrein en de exploitant van het pompstation tóch al op zijn eind liep vanwege de economische ontwikkeling, de prijsverhoging van het L.P.G.r die een geringere afzet te zien zal geven. Het contract zou over een jaar aflopen en op zichzelf vind ik het dan ook

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1121