25 JUNI 1981 1126 de heer Garritsen geacht wil worden te hebben tegengestemd 47. bijlage nr. 259 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET NIET-ONTVANKELIJKVERKLAREN VAN DE DRIE PLAATSELIJKE WONINGBOUWVERENIGINGEN IN HUN BE ZWAREN, INGEDIEND OP GROND VAN ARTIKEL 7, LID 2 VAN DE WET AROB TEGEN HET BESLUIT VAN DE RAAD VAN 21 APRIL 1981 MET BETREKKING TOT HET BELEIDSPLAN HOGE VUCHT. (D) De VOORZITTER: Ik moet u in kennis stellen van een vanmiddag binnengekomen brief van de heer Cotterel namens de woningbouwverenigingen, die u uiteraard ook zult ontvangen. Naar mijn mening is vooral de volgende passage in die brief interes sant: "Uiteraard moet uw raad inzake de beslissing op mijn bezwaarschrift het laatste woord hebben, maar ik kan u reeds thans berichten dat de woning bouwverenigingen met een niet ontvankelijkheid op de gronden, zoals in het advies van de commissie uiteengezet, vrede kunnen hebben, omdat de zaak dan weer geheel openligt. Het raadsbesluit heeft dan immers voor wat de uitsluiting van de woning bouwverenigingen betreft geen rechtsgevolgen.". Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voor stel van burgemeester en wethouders besloten. 48. bijlage nr. 260 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS BE TREFFENDE - HET BESCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET AD 352.000,- T.B.V. DE UITBREIDING VAN HET GEMEENSCHAPSHUIS KAPELHOF, HEUSDENHOUTSEWEG 32; - HET ONDERHANDS AANBESTEDEN; - HET SUBSIDIëREN IN HET JAARLIJKSE EXPLOITA TIETEKORT TOT MAXIMAAL DE JAARLIJKSE

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1126