27 JANUARI 1981 113 eld eraan gaat.'" Daartegen heb ik mij toen te allen ka tijde verzet, omdat ik één- en andermaal van de kant van de Raad van Bestuur te horen had gekregen at dat het niet waar was. Het is zelfs op een gegeven - ogenblik gekwalificeerd als "infame leugens". Men stipuleerde uitdrukkelijk dat, zolang Enka met dit O produkt in de markt zou blijven, de ideale combi d- natie van de spinnerij in Breda en de textureer- en afdeling in Konz zou blijven bestaan. e Na uitvoerige bestudering van de verstrekte informatie vallen nog meer dingen op. In de tweede e- plaats moeten we namelijk constateren dat de toe zegging van 10 maart 1980 niet ineens uit de lucht is komen vallen, maar dat zij produkt is geweest van een concernstrategie op basis van een inschat n ting van de markt. Hierbij valt op dat binnen een tijdsbestek van tien maanden kennelijk die strate t gie of die situatie op de markt zich volkomen heeft e. gewijzigd, door welke in- of externe oorzaken dan ook: ik vermag dat op dit ogenblik niet te beoor er delen. Ik volsta met de feitelijke constatering le- dat nu, tien maanden later, de zaken kennelijk to taal anders liggen. r- Ik vind dat na uitvoerige bestudering van de j verstrekte informatie eigenlijk ook een conclusie i- ten aanzien van de relatie tussen Akzo en de werk .e- nemers in Breda kan worden getrokken. Tussen Enka- Akzo enerzijds en de werknemers in Breda en ook de k vestiging in Breda anderzijds is de band veel los ser geworden dan in overeenstemming is met de in tentie die tot dusverre altijd achter de informa m- tie heeft gezeten. Ik wil daarbij niet stipuleren le- dat Enka of Akzo op dit ogenblik geen enkele ver ran antwoordelijkheid voor de Bredase vestiging meer zou hebben of willen hebben, maar ik geloof dat de band in ieder geval losser is geworden. Er valt nog een andere discrepantie te signa le leren. Indertijd bestond de verwachting dat het L— verlies van arbeidsplaatsen als gevolg van de gefa seerde afbouw van de textureer-afdeling wellicht cij gedeeltelijk zou kunnen worden opgevangen door

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 113