20 AUGUSTUS 1981 1150 Tot goed begrip sluiten wij de tekst van de aange haalde wetsartikelen hierbij in. Ad. 3 Wij zijn niet met U van mening dat de vrijheid van nieuwsgaring ernstig is geschaad. Ad. 4 Zoals uit de antwoorden onder 1 en 2 blijkt was het optreden niet in strijd met geldende regels. Hoogstens zou men van een wat formele benadering kunnen spreken. Ad. 5 Door de marechaussee is wel rapport, doch geen proces-verbaal opgemaakt omdat bij nader inzien - zoals gesteld - nauwelijks van een strafbaar feit kon worden gesproken. Daar het gehele gebeu ren zich afspeelde op het terrein van de opsporing van strafbare feiten, zonder dat de openbare orde in het geding was, heeft men de burgemeester niet geïnformeerd. Te meer heeft men daartoe geen aanleiding gezien omdat het een zaak zonder veel gewicht was en bo vendien de verhouding tussen marechaussee en de heer Blanken en mevrouw Rasing niet onvriendelijk was Ad. 6 Gezien het gewicht van de gebeurtenissen is de burgemeester van oordeel, dat met deze beantwoor ding van uw vragen, die van openbaar karakter is, kan worden volstaan. VRAAG (gesteld d.d. 13-4-1981 ing. art. 40, 2e lid R.v.O. mevrouw Stutterheim en de heer Hendriksen Onderstaand treft U aan onze antwoorden op Uw vra gen naar aanleiding van de ontwerp-subsidievoor- waarden Stichting Gecoördineerd Bejaardenwerk

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1150