1153
20 AUGUSTUS 1981
behalve de directeur van de Stichting Bejaarden-
werk, die ook hier het secretariaat vervult zon
der stemrecht bij besluitvorming.
De relatie tussen de raad van advies en het be
stuur van de stichting heeft betrekking op het
contact tussen de vertegenwoordigers vanuit ge
noemde instellingen in de raad van advies en de
vertegenwoordigers vanuit het bestuur van deze in
stellingen, die tevens in het bestuur van de Stich
ting Bejaardenwerk participeren.
In eerste instantie ligt de verantwoordelijkheid
hiervoor binnen de instellingen zelf.
Aan de 30%-norm wordt voorts voldaan; 4 van de 13
bestuursleden zijn vertegenwoordigers van Bredase
bejaardenorganisaties. Een verhoging van 50% is
tot op heden niet wenselijk geacht en is daarom
ook niet overwogen. Er wordt aan de normen van de
rijksbijdrageregeling voldaan. De behoefte tot
uitbreiding is wellicht ook hierom niet aanwezig,
omdat de agendapunten van elke bestuursvergadering
vooraf in het gestructureerd overleg van de be
jaardenbonden worden besproken ter informatie en
ondersteuning van de vertegenwoordigers van de be
jaardenbonden in het bestuur van de Stichting Be-
j aardenwerk
In een personeelszetel is niet voorzien. Wel be
staat binnen de stichting een werknemersvertegen
woordiging, conform de C.A.O.-regeling (artikel
24)die alvorens het bestuur besluiten kon nemen
betreffende personeelsaangelegenheden gehoord moet
worden door het bestuur.
Vraag 4.
Het is ons opgevallen dat de procedure van de ont
werpverordening afwijkt van de procedure van b.v.
"werken aan welzijn in Breda", b.v. op het onder
deel inspraak.
- Waarom is geen gelijkvormige procedure gehan
teerd door Uw college?
- In welke mate bestaat er wel of geen relatie
tussen beide regelingen b.v. op het punt van de