27 JANUARI 1981 115 arbeidsplaatsen en de gevolgen op sociaal-econo misch gebied onaanvaardbaar vond. Wij kwamen tot deze uitspraak op dat moment en uiteraard ook op basis van de informatie die ons op dat moment be kend was. Over het begrip "onaanvaardbaar" wil ik nog een paar woorden zeggen. Het woord "onaanvaardbaar" wordt in velerlei betekenis gebruikt; ik wil er een tweetal voorbeelden van noemen. Wanneer ik zeg dat de prijzen van energie de afgelopen jaren on aanvaardbaar snel zijn gestegen en dat dit door onze economie bijna niet meer bij te benen is, be staat erdenk ikmet betrekking tot het woord "onaanvaardbaar" geen enkel verschil van mening. Wanneer ik zeg in een ander zinsverband dat de werkloosheid nu een onaanvaardbaar niveau dreigt te bereiken, ook dan zal de raad dunkt mij ver staan in welke zin ik het woord onaanvaardbaar ge bruik. In het geval van de prijzen van de energie gaat het om de constatering van een feitelijke ontwikkeling die zeker door ons niet terug te schroeven is: een onontkoombare ontwikkeling. In het geval van de werkloosheid geeft de term "on aanvaardbaar niveau" uitdrukking aan de drang om iets te doen. Welnu, ik wil er geen enkele ondui delijkheid over laten bestaan dat het woord "on aanvaardbaar" dat in het persbericht is gebruikt, uitdrukking geeft aan een gevoel van het college, zeker tegen de achtergrond van eerdere persverkla ringen ten aanzien van de afbouw van de textureer- afdeling, dat het dit gegeven niet dof berustend als onafwendbaar wil accepteren. Het college wordt evengoed als de raad gemotiveerd door vragen als: zijn er alternatieven, valt er aan deze argumenta tie iets te doen? Ook rijst de vraag of de lokale overheid zich in dezen niet op een reeks van pun ten tot bijvoorbeeld de rijksoverheid zou mogen wenden Met nadruk wil ik vaststellen dat de lokale overheid het beoordelingsproces sec niet in de hand heeft. Zij is daartoe niet geëquipeerd. Het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 115