1175 20 AUGUSTUS 1981 van kennisgeving aan de raad is voorgelegd, aan gezien wijgelet op hetgeen in bepaalde stukken is gesteld, vóór 15 februari 1981 hadden moeten reageren op deze begroting. Het kan wel eens voor komen dat iets dergelijks als dit in de slof schiet, maar in dit geval vind ik dat vreemd, om dat de wethouder van sociale zaken voorzitter van het woonwagenschap is en bovendien een ambtenaar van deze gemeente in dat schap zit. Ik begrijp daarom niet waarom een en ander ons zo laat is voorgelegd. Op zichzelf vind ik dat niet zo'n ramp, maar ik heb er wel moeite mee dat ons wordt verzocht onze instemming hiermee te betuigen. Zou het niet mogelijk zijn dit voorstel terug te nemen en ons vervolgens de begroting en de eerste wijzi ging daarop ter kennisneming aan te bieden? Wij behoeven ons dan niet af te vragen wat wij hiermee moeten De heer GARRITSEN: Ik heb over de overschrij ding van de termijn in de commissie al iets gezegd waarop de wethouder heeft toegezegd dat zij in het college hierover zou spreken en dat zou worden ge tracht dit soort dingen op tijd in de raad aan de orde te stellen. Ik vind het belangrijk dat dat gebeurt, want formeel zullen wij uw voorstel wel moeten volgen, maar mevrouw Saelman heeft terecht opgemerkt dat dit een vreemde gang van zaken is. Wethouder PAULUSSEN: Ik wil in deze openbare raadsvergadering herhalen wat ik in de commissie al heb gezegd. De ambtenaren van de sociale dienst derhalve wij als college van b. en w.zijn in ge breke gebleven. Wij hebben deze begroting te laat aan de orde gesteld, waarvoor redenen zijn aan te geven die samenhangen met andere werkzaamheden die moesten worden verricht. Ik heb meegedeeld dat er maatregelen zijn getroffen, zowel in de richting van het schap als in de richting van de sociale dienst de functionele afdeling in dezendie ertoe zullen leiden dat iets dergelijks in 1982

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1175