1185 20 AUGUSTUS 1981 verklaarbare achtergrond geschetst. Ik hoop overi gens dat ik de heer Ten Wolde niet meer op zijn vraag behoef te antwoorden. De heer TEN WOLDE: Het was een bekende vraag en het antwoord erop lag op voorhand vast. Wethouder VAN DUN: Dan had je hem niet moe ten stellen? Mevrouw SAELMAN-BOELENIk wil de wethouder vragen of hij het niet met mij eens kan zijn dat het uitvoeren van het accoustisch onderzoek op dit moment eigenlijk geld over de balk gooien be tekent. Het heeft geen zin de huidige geluidsover last te onderzoeken, daar wij helemaal niet weten hoe die zal zijn over een aantal jaren, wanneer de situatie op de zuidelijke rondweg is veranderd. Door die verandering zal de geluidsoverlast mis schien voor een groot deel zijn teruggebracht en ik begrijp daarom niet waarom dat onderzoek nodig is. Het antwoord van de wethouder vind ik dan ook onbevredigend, maar misschien kan hij nog een verduidelijking geven. Wethouder VAN DUN: Het is toch echt niet zo moeilijk. Op dit moment is daar sprake van een verziekte situatie waarmee niemand is geholpen, zodat daaraan iets moet gebeuren. Daartoe zal een beleidsbeslissing moeten worden genomen en in dat verband heb ik de heer Van de Steenoven gezegd dat wij denken aan sociale woningbouw. In geval van sociale woningbouw participeert het rijk in financieel opzicht. Het rijk heeft een wet op de Geluidshinder geventileerd en het is bekend dat de H.I.D. wanneer hij onze plannen gaat beoordelen rekening zal houden met de bestaande rijkswetge ving. Hij zal geen goedkeuring verlenen voor par ticipatie in gesubsidieerde woningbouwprojecten in een omgeving waar in de mate waarin dat hier het geval is sprake is van geluidsoverlast. Om die

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1185