20 AUGUSTUS 1981 1192 raad met votering van dit krediet kan instemmen, waarbij ik kan vermelden dat mede naar aanleiding van de geluiden die in de commissievergadering hebben geklonken de directeur van openbare werken is verzocht in overleg met Rijkswaterstaat door Rijkswaterstaat zal de hele inhoudelijke benadering worden getoetstte bezien of het bedrag kan wor den teruggebracht. Ik meen dat openbare werken in middels al met Rijkswaterstaat het krediet heeft doorgespit. Ik wil op dit moment geen concrete toe zeggingen doen, maar wel kan ik vermelden dat een eerste rapportage van de directeur van openbare werken erop duidt dat wij een stukje sierbestra ting, enkele muurtjes die niet zozeer functioneel maar alleen grappig zijn en dergelijke zouden kun nen laten vallen. Ik schat in dat hierdoor een be sparing zou kunnen worden bereikt van een ton of drie. Ik moet daar overigens bij zeggen dat die drie ton wél een bruto-bedrag is, waarvan de rijks subsidie moet worden afgetrokken. Samenvattend wil ik nogmaals stellen dat wij graag zien dat de raad een positief besluit ten aanzien van het krediet neemt, dit met het oog op het belang daarvan voor het openbaar vervoer. Graag nemen wij het signaal van de raad over ten aanzien van de uitvoering. De commissie zal te zijner tijd vernemen tot welk bedrag in overleg met Rijkswaterstaat uiteindelijk zal zijn gekomen. Het móet voor minder kunnen dan voor 3 miljoen. De heer VAN DE STEENOVEN: Ik kan u zeggen dat ik blij ben met het antwoord van de wethouder. Ge zien het stadium waarin de voorbereidingen ver keerden had ik eerlijk gezegd niet verwacht dat het nog mogelijk zou zijn aanzienlijke bedragen van het nu vermelde bedrag af te krijgen. Nogmaals wil ik heel nadrukkelijk zeggen dat onze fractie de uitvoering van dit plan toejuicht, gezien de consequenties daarvan voor het verkeer en het openbaar vervoer, dat naar ik hoop hierdoor een flinke verbetering zal kunnen ondergaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1192