20 AUGUSTUS 1981 1196 De heer VAN DE STEENOVEN: Mevrouw Saelman weet ook wel dat de begrotingen van gemeenschap pelijke regelingen meestal een lange procedure moeten doorlopen, dat geldt voor het C.B.T.voor het M.W.B. en voor het stadsgewest. Ik vind het juist dat de gemeenten in dit geval al in een vroegtijdig stadium te horen krijgen waaraan zij voor 1982 toe zijn. Dit vergemakkelijkt de opstel ling van de begroting. Verder zou de heer De Brouwer uit de notulen van de commissie financiën hebben kunnen afleiden dat dit voorstel voor de gemeente Breda een heel goede zaak is, dit in verband met de hele automa- tiseringsproblematiek en de problematiek rond het C.B.T. Ik heb mij zojuist al enigszins geërgerd misschien is dat woord iets te sterkaan de bijdrage van de heer De Brouwer aangaande de C.B.T.-zaak en de automatisering. Het gaat daarbij om een erg moeilijke problematiek, waarbij de ge meente Breda sterk is betrokken, niet alleen fi nancieel maar ook voor wat betreft het personeels beleid. Ik heb er moeite mee dat de heer De Brou wer op basis van summiere gegevens ernstige kri tiek levert en het doet voorkomen alsof een heel onjuist voorstel aan ons is voorgelegd. Wethouder VAN BANNING: Het lijkt mij op zijn plaats dat ik in de eerste plaats de heer Van de Steenoven dank voor zijn antwoord in de richting van de heer De Brouwer, met welk antwoord ik het volslagen eens kan zijn. Bij herhaling heb ik al gezegd dat de problematiek in dezen bijzonder groot is. Ik meen dat ik het compliment mag doorgeven dat is gemaakt voor het feit dat wij zeer bijtijds gereed zijn gekomen met een ontwerp-begroting voor 1982. Daarbij zijn wij nota bene nog tot de constatering gekomen dat de bijdrage die wij als gemeente moeten geven gelijk kan zijn aan de bij drage van het vorig jaar. Er is ook duidelijk vermeld hoe dit is gekomen, waarmee een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1196