1197 20 AUGUSTUS 1981 verduidelijking wordt gegeven met betrekking tot de bestemming van het bedrag van 9.000,- waar voor uw goedkeuring wordt gevraagd. Vervolgens wijs ik erop dat de kosten voorna melijk in de personeelssfeer liggen, waarbij de trend door de gemeente Breda wordt bepaald. Het personeel van het M.W.B. is voor wat dit betreft volgend. Mijns inziens is dit voorstel een goede zaak, zodat ik de raad wil aanbevelen zijn goedkeuring hieraan te verbinden. De heer DE BROUWER: Ik weet eigenlijk niet tot wie ik mij nu in de eerste plaats moet richten Laat ik mij maar richten tot de gedelegeerden na mens de raad in het bestuur van het M.W.B. en het C.B.T., want dan spreek ik zowel de heer Van Ban ning als de heer Van de Steenoven aan. Op zichzelf valt het toe te juichen als ont- werp-begrotingen van samenwerkingsverbanden tijdig door de raad worden vastgesteld, maar dat "tijdig" moet wél duidelijk in samenhang worden gezien met de vaststelling van de begroting-1982 van de ge meente Breda. Nu nemen wij op die laatstgenoemde begroting een voorschot en zeker in deze tijd, nu ons allerlei sombere toekomstperspectieven worden geschilderd, vind ik dat niet terecht. Onze mening over de betrouwbaarheid van com- missie-notulen in het algemeen mag bekend worden verondersteld. Ik ga daarop nu maar liever niet in Voor wat betreft de grote moeilijkheden die bij het C.B.T. zouden dreigen kan ik zeggen dat het onze fractie daarom juist voortdurend gaat. Steeds wordt gefluisterd dat het allemaal niet zo gemakkelijk ligt en dat dit consequenties heeft voor het personeel en voor de financiën, maar wij krijgen als raad daarover helemaal niets te zien en met name dat stuit ons zozeer tegen de borst. Ik wil vervolgens nog iets zeggen over de be- groting-1982 van het M.W.B. als zodanig. Natuur lijk klinkt het aardig dat de bijdrage op het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1197