r- sij 27 JANUARI 1981 119 _k moeten ook de nationale en eventueel de interna tionale samenhang van al deze maatregelen beoorde len. De bonden en de ondernemingsraad dragen de eerste verantwoordelijkheid en moeten het voortouw nemen, niet alleen omdat wij dat niet kunnen, als )- gevolg van onvoldoende toerusting met kennis en mankracht, maar ook omdat het hun taak is. Afge sproken is overigens dat de bonden en de onderne :o mingsraad, die dit proces thans al hebben opge start, ons regelmatig over de voortgang zullen in m formeren. De tweede afspraak over de vraag "wie doet in wat?" houdt in dat de lokale en de provinciale overheid tezamen het voortouw zullen nemen in een ig reactie in de richting van het rijk. Hierbij doel de ik met het woord "rijk" in het bijzonder op de a ministers van economische zaken en van sociale za q ken, alsmede de beide vaste Kamercommissies. Ik kom daarop straks nog diepgaander terug. 1~ Tijdens voornoemd overleg zijn nog meer af spraken gemaakt. Zo zijn we overeengekomen dat de actie, gericht op het open houden van Enka, niet te moet worden doorkruist door enige ontwikkeling die l een blokkerend effect zou kunnen hebben. Dit bete kent vooralsnog: uiterste terughoudendheid met )or discussies over grondverkopen en uiterste terug houdendheid met allerlei discussies over het be strijden van eventuele gevolgen van een sluiting. •ng Voorlopig enten wij alle activiteiten uitsluitend op het open houden. m Voorts is afgesproken dat wij op 6 februari wederom bij elkaar komen. Een andere afspraak is dat de bonden vanuit hun verantwoordelijkheid de _t betrokken bewindslieden zullen benaderen met het m: verzoek dit voornemen mede in beschouwing te nemen bij de beoordeling van het verzoek van het betrok lis ken concern om overheidssteun met betrekking tot )r het opstarten van het Arenka^projeet. Zoals men ju- weet is het concern voornemens een nieuwe produk- m tie-unit op te starten, wat ik, uitgaande van de beperkte beoordelingsbasis waarover ik beschik,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 119