- 20 AUGUSTUS 1981 1202 de maar ook tot enigerlei verdediging zal willen e p overgaan De heer OOMEN: Ik wil in de eerste plaats iets zeggen over enkele algemene zaken die in dit at kader spelen. In de brief van het college aan het li 1 Mei Komité in ons voorstel hebben wij naar en die brief ook verwezenis een aantal argumenten aangevoerd op grond waarvan ditmaal geen subsidie zou moeten worden verleend aan deze organisatie Als wij de stukken bekijken van de jaren 1978, n 1979 en 1980 en die doorlichten op de diverse on derdelen op basis waarvan nü de subsidie is afge j wezen die in het verleden wel werd gegeven, valt het opmerkelijke feit op dat het college geen een duidig beleid voert. Wanneer het college in 1978 d al had besloten geen subsidie te verlenen, dit op grond van een bepaalde opvatting, en bij dat li- standpunt was gebleven, zou je hooguit over dat standpunt kunnen twisten, maar we moeten consta teren dat er vanaf 1978 tot en met 1980 wél een de garantiesubsidie is verleend. In de drie jaren a- waarin subsidie werd gegeven bestonden de organi saties die de 1 mei-viering organiseerden uit be langengroepen, comité's en politieke groeperingen. In de stukken kan men lezen dat steeds verschil lende partijen de ene keer waren het wat meer dan de andere keerzich met de 1 mei-viering bezig hielden. Ook een aantal belangengroeperin gen met duidelijk politiek items nam daaraan deel, wat eveneens in de stukken tot uiting komt. In 1978 vond er een politieke forumdiscussie plaats, -e- in 1979 werd aandacht besteed aan minderheidsgroe r- peringen en actiegroepen en in 1980 werd aandacht gegeven aan de huisvesting, de werkgelegenheid, m- de gastarbeiders etcetera, dus aan allemaal duide lijk politieke onderwerpen. Over het culturele aspect behoeven we naar ik meen niet te discussiëren, want in 1978, 1979 en 1980 werden de elementen film, theater en mu i/ ziek gebruikt om cultuur te brengen, dit dan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1202