20 AUGUSTUS 1981 1204 het als politieke partij is gelieerd aan een aan tal groeperingen in Breda, die de Bredase maat schappij willen verbeteren. Ik meen dat ik verder niet behoef aan te geven welke groeperingen dat zijn. Bij zo'n opvatting zal de C.D.A.-fractie zich dus uitstekend moeten thuisvoelen. De heer Peeters heeft voorts gezegd dat het gemeentebestuur geen steun dient te geven aan po litieke activiteiten, maar ik wijs erop dat heel wat culturele activiteiten ik denk aan bepaalde toneelvoorstellingen en muziekgroependie een politieke achtergrond en een politieke inhoud heb ben wél worden gesubsidieerd. Ik zie daarin dan ook geen reden om dit voorstel af te wijzen. De heer Peeters zou wel subsidie willen verlenen aan culturele activiteiten met een politieke achter grond, maar hij wil geen steun geven aan politie ke activiteiten. Ik meen dat je door deze stelling in een eindeloze discussie zou kunnen geraken over de vraag wat je moet verstaan onder cultuur en wat onder politiek. Naar ons oordeel vond tij dens de 1 mei-viering heel duidelijk een aantal culturele activiteiten plaatswat in het verle den ook door dit college is erkend, reden waarom het ook terecht is om hiervoor subsidie te verle nen. De heer Van Asseldonk suggereert dat links tegengesteld zou zijn aan cultuur. Dat is natuur lijk een aardige lacher, die overigens in het ver leden wel vaker door de heer Van Asseldonk is ge poneerd, maar die ik nauwelijks serieus behoef te nemen. Ik zou een aantal vooraanstaande linkse kunstenaars kunnen noemen, dichters, schrijvers, toneelschrijvers en musici. Ik meen hen niet bij name te hoeven noemen, maar desgewenst wil ik de heer Van Asseldonk gaarne een lijstje met namen overleggen, waaruit blijkt dat de stelling die hij heeft geponeerd volstrekt onjuist is. Ik meen overigens dat wij allen zo nu en dan met zingen en declameren een bepaalde opvatting naar voren brengen. Wij doen dat als wij het Wilhelmus zingen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1204