20 AUGUSTUS 1981
1206
zal mijn mede-initiatiefnemer, de heer Garritsen,
nog een nadere toelichting geven.
De VOORZITTER: Het lijkt mij goed dat wij met
elkaar afspreken dat er nu nog één termijn kan
volgen over deze aangelegenheid en dat daarna moet
worden geprobeerd tot een beslissing te komen.
De heer GARRITSENIk wil graag in het alge
meen nog enkele opmerkingen maken, waarbij ik niet
zozeer op de gemaakte opmerkingen zal ingaan, om
dat mijns inziens de heer Oomen dat al voldoende
duidelijk heeft gedaan. Met name wil ik iets zeg
gen over de wijze waarop 1 mei hier wordt benaderd
Ik heb het gevoel dat hier vooral wordt bekeken
wat er exact op pamfletjes staat, terwijl het toch
bekend moet zijn dat 1 mei met name de strijddag
van de arbeidersbeweging is, die in 1890 in feite
al een geschiedenis had, bijvoorbeeld in verband
met de strijd voor de 8-urige werkdag. In de loop
der tijd heeft die datum voor bepaalde bevolkings
groepen een betekenis gekregen. De viering van 1
mei is toch echt geen partij-politieke aangelegen
heid, hoewel men dat hier schijnt te denken. In
veel Westeuropese landen worden eveneens 1 mei-vie
ringen gehouden en er zijn zelfs steden in Neder
land waar op 1 mei vrij wordt gegeven. De viering
van 1 mei heeft echt een wat bredere achtergrond
dan men kennelijk denkt, terwijl er duidelijk ook
een emancipatorisch aspect aan vastzit, daar er op
die dag aandacht wordt besteed aan de bevrijding
van de mens en wat daarmee samenhangt. 1 mei is
weliswaar een strijddag daarover is wel eens wat
discussie gevoerdmaar het is ook nadrukkelijk
een feestdag voor de mensen, een feest voor de ar
beiders. Nu zal die dag niet altijd op dezelfde,
traditionele, wijze worden ingevuld, ook niet in
Breda, maar ik geloof niet dat de raad moet gaan
muggeziften en nauwkeurig moet gaan bekijken welk
programma nog net wél en welk programma niet kan
worden gesubsidieerd. Mijns inziens zal deze