1211 20 AUGUSTUS 1981 De heer GARRITSEN: Ik vind het een beetje jammer dat de reactie van de dienstenbond F.N.V. op dit voorstel eigenlijk nauwelijks door het col lege is beantwoord. Er wordt volstaan met te zeg gen dat op het moment waarop tot invoering van de koopavond is besloten de bezwaren zijn weerlegd, hetgeen niet voor een tweede maal behoeft te ge beuren. Ik vind het juist dat de dienstenbond nog eens aangeeft hoeveel ontduiking van bepaalde wet telijke maatregelen nog steeds plaatsvindt. Mijns inziens zal serieus daarnaar moeten worden gekeken en ik ben dan ook van mening dat het college op die kwestie duidelijk dient in te gaan. Je kunt wel zeggen dat winkeliers en grootwinkelbedrijven die wettelijke bepalingen formeel niet mogen over treden, maar er is geconstateerd dat dit wél ge beurt en daarom zullen wij moeten bekijken hoe wij als gemeente Breda dergelijke overtredingen kunnen voorkomen. Het college had mijns inziens beter moe ten luisteren naar de kritiek van de kant van de F.N.V.-dienstenbond en die niet zonder meer ter zijde moeten schuiven. Nu gaat het college geheel met het gestelde van de zijde van de Kamer van Koophandel akkoord. Ik wil het bij één termijn laten en daarom geef ik nu al te kennen dat ik tegen dit voorstel zal stemmen. Wethouder SANDBERG: Als inderdaad op de brief van de F.N.V.-dienstenbond niet correct is gerea geerd, zal dat alsnog moeten gebeuren; ik zal daar voor zorgdragen. Er is niet zozeer sprake van dat wij discussie hierover uit de weg wilden gaan, maar ook de dienstenbond had er geen behoefte aan naar aanleiding van dit voorstel de hele discussie opnieuw te voeren. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten, onder aantekening dat de heer Garritsen geacht wil worden te hebben

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1211