20 AUGUSTUS 1981
1216
met het argument dat wij niet voldoende deskundig
zijn om hierover te kunnen oordelen. Wij zullen op
een adequate wijze moeten worden geïnformeerd en
het mag niet zo zijn, zoals nu het geval is ge
weest, dat ons nauwelijks een toelichting wordt
gegeven
De VOORZITTER: De opmerkingen van mevrouw
Saelman en de heer Garritsen zijn terecht, maar ik
meen nu toch in staat te zijn, ondanks de beperkte
kennis die ik op dit gebied heb ik heb mij hier
op evenwel zo goed mogelijk geprepareerd na de
discussie van afgelopen maandagenige verduide
lijking te geven. Mijn toelichting zal mijns in
ziens zodanig kunnen zijn dat de raad een positief
besluit kan nemen.
Hetgeen wij voorstellen is bepaald niet goed
koop, dat is zo klaar als een klontje, maar het is
ook duidelijk dat de de ouderdom van de huidige
apparatuur niet langer aanvaardbaar is, hetgeen
uit peilingen en metingen van de P.T.T. is geble
ken. Een levensduur van vijftien jaar is normaal,
maar deze apparatuur is al achttien jaar in ge
bruik hetgeen betekent dat de termijn die hiervoor
staat behoorlijk is overschreden.
Onvoldoende duidelijk is in het voorstel aan
geven dat er drie alternatieven voor een vervan
gende installatie waren. Het lijkt mij niet nodig
dat die nader worden bestudeerd, maar als u meent
dat dat toch moet gebeuren zal ik daaraan uiter
aard gevolg moeten geven. Op gevaar af dat deskun
digen in deze zaal mij zullen moeten corrigeren
wil ik de volgende toelichting geven. De volgende
installaties kwamen in aanmerking: SE-500, waar
voor is gekozen, UH-200 en SE-800. De keuze voor
de SE-500-apparatuur mag verantwoord worden ge
noemd. Het aantal lijnen wordt niet verdrievoudigd
maar van 14 op 22 gebracht. Van de twee andere
voorzieningen is één goedkoper, namelijk de UH-200
De capaciteit van de lijnen is in dat geval be
perkt tot 22 en bovendien kent dat systeem geen