1227 20 AUGUSTUS 1981 Ik meen dat je in het raadswerk moet groeien en dat je het niet zo maar even één, twee, drie kunt aanpakken. Als je er voor het eerst mee in contact komt, vraag je je af waarmee je in vredes naam bent begonnen. Nu het raadswerk voor mij ach ter de rug is, kan ik zeggen er blij om te zijn dat ik het heb kunnen meemaken. Ik zie het als de bekroning van mijn politieke belangstelling, van mijn politieke inzet; alles wat ik in mijn leven in de politiek heb willen bereiken heb ik hiermee bekroond gezien. Ik vind het een voorrecht dat ik dit werk mocht doen en daarvoor het vertrouwen van de kiezers heb gekregen. Het is mijns inziens erg belangrijk als je in een stad als Breda, met een aantal inwoners van ver over de 100.000, dit werk mag doen. Met mijn politieke carrière ben ik begonnen toen ik nog geen 14 jaar oud was. Avant la lettre had ik al het gevoel dat ik een rooie vrouw was, dit terwijl ik niet uit een rood nest kwam. Ik kan u zeggen dat dit in mijn ouderlijk huis u kent allen mijn leeftijd, dus u weet hoe ver die tijd achter mij ligtaanleiding heeft gegeven tot con flieten. Dat waren overigens niet de enige conflic ten die ik in mijn leven moest meemaken naar aan leiding van mijn politieke overtuiging. Ik was er op 14-jarige leeftijd al van overtuigd dat de so cialistische richting mijn richting was en ik ben dat trouw gebleven. Ik ben hoe kan het anders getrouwd met een man met dezelfde denkbeelden en na de oorlog, toen de Partij van de Arbeid werd opgericht, hebben wij ons beiden als lid van die partij aangemeld en zijn gedoken in het werk dat deze partij van haar leden vroeg. Voor mij beteken de dat het oprichten van een vrouwengroep in mijn toenmalige woonplaats, namelijk Maastricht. Jaren lang heb ik daar gewerkt en was ik lid van het be stuur van de afdeling van mijn partij. Eigenlijk zou het een normale zaak zijn geweest als ik ook daar in de gemeenteraad zou zijn gekomen. Het was de wens van mijn partij en het was ook de mijne,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1227