1259 17 SEPTEMBER 1981 gelet op het feit dat een aantal burgers daarover zeer ongerust is. Als vertegenwoordigers van die zelfde gemeentenaren, die ons hebben gekozen, moe ten wij ons daarover dan ook druk maken. Door de schrijver van hetzelfde canonieke artikel wordt ook beweerd dat de gemeenteraad een reflex moet geven op hetgeen in de gemeente speelt, en ik be hoef niet te zeggen dat vele inwoners van Breda zich bezighouden met de Vredesweek en alle proble- matieken die daarin worden behandeld. Deze raad zou een reflex daarvan te zien moeten geven. Om die reden heb ik ook nu het ordevoorstel ingediend en wilde ik daarmee niet tot oktober wachten. Het geen de heer Van der Stoel heeft verwoord betekent uiteraard een prima ondersteuning van onze opvat ting. In de motie die u bij ons voorstel kunt vin den staat ook dat wij onze verontrusting kenbaar moeten maken op de plaats waar die terecht moet komen, namelijk bij de Nederlandse regering, die deze verontrusting onderschrijft. Dit is natuur lijk geen slag in de lucht, wat u ook wel duide lijk zal zijn. De procedurele argumenten die de heer Taks naar voren heeft gebracht laat ik voor zijn reke ning. Formeel heeft hij wel gelijk, maar de zaak waarom het hier gaat vind ik zo belangrijk, dat die procedurele argumenten naar mijn mening opzij kunnen worden gezet. Ik vind dat wij in dit geval wél het buitenlands beleid ter sprake kunnen brengen Vervolgens heeft de heer Taks gezegd dat over deze ingewikkelde kwestie niet zo maar een besluit kan worden genomen, dat daarvoor eerst onderzoek nodig is. In onze tweede motie wordt het college echter ook uitgenodigd eens uit te zoeken op welke manier in bestemmingsplannen bepalingen over kern fusie en kernsplitsing kunnen worden opgenomen. Laten het college en de ter zake kundige ambtena ren dit maar eens uitzoeken. Die motie zou mijns inziens dan ook door de heer Taks kunnen worden ondersteund, indien althans het ordevoorstel wordt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1259