1265 17 SEPTEMBER 1981 met verhalen over het Nollen-syndicaat, ten aan zien waarvan de toetsing op andere plaatsen dient te geschieden. Het college, althans een groot ge deelte daarvan vermoedelijk bijna het hele col legeis er blij om dat wij op korte termijn kunnen starten met de bouw van 112 woningen voor één- en tweepersoonshuishoudens. Ik meen ook dat is juist de moeilijkheid in deze discussiedat iederéén in deze raad daarmee wil starten. Mis schien zullen sommigen ik zeg nu iets gevaar lijkshun stem tegen dit voorstel uitbrengen, in de hoop dat het wél zal worden aangenomen. De heer VAN ASSELDONK: De wethouder sprak naar ik aanneem namens het totale college, maar mag ik toch nog even horen of dat ook het geval was toen hij sprak over de verkoop van grond aan de Sluissingel? De heer CRUL: Om de vergadering niet op te houden heb ik de eerder gevoerde discussie niet willen herhalen, maar in wezen vraagt de heer Van Asseldonk daar nu om. Ten aanzien van het Nollen- syndicaat zijn heel wat onderzoeken ingesteld, terwijl er ook maatregelen zijn genomen, die toch minstens te denken geven. Wij betwijfelen daarom of wij met die club wel zaken moeten doen, welke twijfels voldoende sterk zijn om dit voorstel af te wijzen. Er speelt voor ons nog een andere overweging, die ik in eerste instantie, om wille van de tijd, niet heb genoemd. Wij menen namelijk dat er een woningbouwvereniging uit Breda had moeten worden ingeschakeld en daarin is één van onze belangrijk ste argumenten gelegen op grond waarvan wij tegen dit voorstel zullen stemmen. Over dat punt is nooit voldoende duidelijkheid gekomen. De meerder heid van het college acht het vermoedelijk het belangrijkst dat er huizen worden gebouwd en be schouwt de rest als bijzaak. Voor ons zijn echter de bijkomende factoren zo zwaarwegend dat wij met

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1265