17 SEPTEMBER 1981
1266
het voorstel niet akkoord kunnen gaan. Uiteraard
zijn wij niet tegen de bouw van huizen op die
plaats, zoals de heer Van Dun volkomen terecht
heeft geconstateerd.
De heer GARRITSEN: Ik wil iets opmerken in de
richting van de heer Van Asseldonk, die de heer
Crul aanviel in wiens argumenten ik mij kan vinden.
Mijns inziens is er duidelijk sprake van een
vreemde situatie. Er is een stuurgroep één en twee
ingesteld, waarin de woningbouwverenigingen parti
ciperen. Die stuurgroep functioneert inmiddels
twee jaar en het is haar taak plannen te ontwikke
len voor de realisering van woningen voor één- en
tweepersoonshuishoudens. Plotseling komt er even
wel een stichting om de hoek kijken, die, om het
heel voorzichtig te zeggen, een nogal beladen ach
tergrond heeft. Ik ben van mening dat in eerste
instantie de woningbouwverenigingen in Breda ge
roepen zijn om dat soort woningen te realiseren.
Wethouder VAN DUN: Er zijn drie opmerkingen
gemaakt in de richting van de heer Van Asseldonk,
die ik dus niet behoef te beantwoorden; dat is aan
de heer Van Asseldonk zelf.
Ik betwist de standpuntbepaling van de heer
Garritsen, die van een "derde termijn" gebruik
probeerde te maken, in aansluiting op een discus
sie die een jaar geleden is gevoerd. Wij hebben
toen over de kwestie rond de woningbouwverenigin
gen gepraat. Het staat verduveld goed en populair,
maar het £s goedkoop, om te zeggen dat het hier
gaat om een taakstelling voor de woningbouwvereni
gingen, maar dat plotseling zaken werden gedaan
met bedoelde stichting. De heer Garritsen weet be
ter dan wie ook dat daarvan gewoon geen sprake is.
Ik verzoek hem ervoor te waken dat hijin een vrij
verkorte discussie over een oude zaak opnieuw
standpunten gaat innemen die onjuist zijn. Ik meen
namelijk dat dat naar buiten toe geen zorgvuldige
indruk wekt.