1267
17 SEPTEMBER 1981
De heer GARRITSENU moet dan ook aantonen
dat die standpunten onjuist zijn.
De VOORZITTER: Ik meen te kunnen concluderen
dat de heer Garritsen, mevrouw Saelman en de heer
De Brouwer zich tegen het ganse voorstel uitspre
ken.
De heer TEN WOLDE: De heer Van Asseldonk
heeft nog gevraagd naar het standpunt van het to
tale college.
De VOORZITTER: Is daarover iets te melden?
Wethouder VAN DUN: U kijkt mij nu wel verlan
gend aan, maar ik ken niet alle collegestukken uit
mijn hoofd. De secretaris heeft ongetwijfeld het
stuk waarin alles is te lezen.
De VOORZITTER: Uit het stuk blijkt in ieder
geval niet dat er sprake is van afwijkende stand
punten.
Ik stel nogmaals vast dat mevrouw Saelman en
de heren Garritsen en De Brouwer zich tegen het
ganse voorstel uitspreken en dat de aanwezige le
den van de Partij van de Arbeid zich uitspreken
tegen
De heer CRUL: Inclusief de leden van het col
lege
De heer TEN WOLDE: Nee, nee!
De VOORZITTER: Er bestaat behoefte aan een
korte schorsing.
SCHORSING.
De VOORZITTER: De vergadering is heropend.
Het eerste gedeelte van de conclusie die ik zo
juist uitsprak was terecht. Inderdaad spreken drie