27 JANUARI 1981 127 Dat is de eerste vraag die je je stelt, zeker naar de werkers van Enka toemaar ook naar de stad toe waarvoor wij de specifieke verantwoordelijkheid dragen. Gebleken is dat de sfeer van "laten we maar weer aanpassen, laten we maar weer toedekken", die soms in zekere mate opdoemt, in de stad eigen lijk niet meer wordt geaccepteerd. Ik meen dan ook -•t en dan sluit ik een beetje aan bij wat de heer Eissens heeft gezegd dat er geen misverstand moet blijven bestaan over de bedoelingen die de raad met deze extra raadsvergadering heeft. Er moet duidelijkheid over de feitelijke betekenis van het persbericht komen, zowel in de zakelijke als in de politieke benadering. Onze fractie ik heb dat ook tijdens de schorsing laten blijken heeft een motie voorbe reid, die we volgens de afspraak op dit ogenblik nog niet zullen indienen. In deze motie, die we dus voorlopig in de achterzak houden, wordt uitge sproken, wat in wezen ook voor een deel wel in het persbericht staat, dat de afspraken niet zijn na gekomen en dat sluiting van de Enka-vestiging so ciaal-economisch zowel voor de werkers van Enka als voor Breda niet juist zou zijn en dus niet moet plaatsvinden. Vervolgens en daar draait het eigenlijk om wordt in de motie vastgesteld dat het "onaanvaardbaar" van het college, zoals gesteld in de persverklaring, uitgangspunt is voor alle verdere stappen die in de Enka-zaak worden gezet. Wat de heer Eissens vraagt, kan best worden uitgevoerd; we kunnen ook gezamenlijk een motie indienen. Op die manier is er geen misverstand, zeker niet op dit punt en zeker niet over onze be doelingen. Als het college schriftelijk met deze verklaring komt en als die in tweede instantie door de raad wordt onderschreven van onze kant zal dat gebeuren dan krijgt het debat naar mijn mening een goede einde, vooral omdat de raad jegens degenen die hij voor deze avond had uitge nodigd in eerste instantie iets goed te maken heeft en omdat zij recht hebben op duidelijkheid.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 127