27 JANUARI 1981
129
at de Enka bekend is, zal behoud van de werkgelegen
heid en behoud van de huidige Enka-vestiging een
ver vereiste zijn.
n Wij staan als gemeente echter vrij machteloos,
gt Wij kunnen ons inspannen en terecht worden er,
i- zoals de heer Sandberg heeft gezegd, stappen onder-
at- nomen maar we kunnen de medewerkers van Enka
Er geen garanties geven. Het is in eerste instantie
ur_ een zaak van Akzo/Enka zelf. Akzo/Enka zelf zal
langs de beschikbare kanalen moeten proberen op
één lijn met de ondernemingsraad en de vakorgani-
u saties te komen. Terecht heeft de ondernemings-
raadssecretaris er vanmorgen in De Stem op gewezen
dat er sprake is van een voorgenomen besluit, een
en plan van de zijde van het bestuur van Enka. Er valt
s niet anders te verwachten dan dat de ondernemings-
eg(3 raad en de vakorganisaties, die dit plan moeten
t beoordelen, alles in het werk zullen stellen om
het plan met het tegenvoorstel af te stemmen, ten
zij het Enka-bestuur hen van de juistheid van zijn
len visie weet te overtuigen. Wij kunnen op onze beurt
invloed uitoefenen op het bestuur van Enka en op
de provinciale en de landelijke overheid, opdat
men met de medewerkers van de Enka gaat zoeken
naar oplossingen om het bedrijf open te houden. Ik
t denk dat we alles wat op dit ogenblik in ons ver-
wel mogen ligt moeten doen.
Het overzicht dat de wethouder heeft gegeven,
3at brengt ons tot het stellen van enige vragen, naar
aanleiding waarvan wij graag wat meer informatie
zouden willen hebben. Ten eerste valt het ons op
en dat het perscommuniqué volgens de wethouder met de
ondernemingsraad en de vakorganisaties is opge-
er_ steld. Ik draag deze beide een warm hart toe, maar
mst_ ik vraag mij af waarom in deze situatie ook niet
de fractievoorzitters of de raadscommissies zijn
enf ingeschakeld.
nka Voorts valt het onze fractie op dat uit niets
er_ blijkt dat er na het gesprek met het Enka-bestuur
van de zijde van het college pogingen zijn gedaan
nriT- om met het bestuur van de Enka aan tafel te komen.