1300
22 september 1981
steunen.
De VOORZITTER: Hoewel de motie nog niet is
vermenigvuldigd, wil mevrouw Paulussen wellicht
toch zo goed zijn met de beantwoording te begin
nen. Ik neem namelijk aan dat de motie haar niet
volstrekt onbekend zal zijn.
Wethouder PAULUSSEN: Inderdaad is de motie
mij niet helemaal onbekend. Ik meen overigens
dat zij ook üw portefeuille betreft, daar zij
betrekking heeft op procedures rond commissies
in het algemeen.
De heer Hendriksen heeft mijns inziens gelijk
met zijn opmerking dat deze benoeming een lang
durige geschiedenis is geweest. Bepaalde onder
werpen worden wel eens dood gepraat en dat zou je
ook bij dit voorstel kunnen zeggen. In dit geval
staan twee meningen tegenover elkaar. Je kunt op
heel pragmatische gronden kiezen voor de proce
dure zoals die nu door de meerderheid van het col
lege wordt voorgesteld. De minderheid van het col
lege, waartoe ook ik behoort, acht het niet juist
dat leden van het college voor de verlening van
bijstand, waaraan taken van het college van b. en
w. zijn gedelegeerd, worden voorgedragen door
coöptatie, wat wil zeggen dat nieuwe leden door
de aanwezig leden worden voorgedragen. Naar het
oordeel van de minderheid van het college zou een
open procedure op dit moment mogelijk zijn ge
weest; de benoeming had dan slechts een maand la
ter kunnen plaatsvindenDoor de meerderheid van
het college en ook in commissieverband is dat
standpunt echter niet overgenomen. De raad wordt
dadelijk uitgenodigd zijn mening hierover te ge
ven.
Namens de minderheid van het college wil ik
vervolgens wijzen op het feit dat door de perso
nen die worden voorgedragen de zeer eenzijdige
leeftijdsopbouw van het college van bijstand erg
sterk wordt bevestigd, wat ook geldt voor de