22 SEPTEMBER 1981 1301 afkomst vankbondskringen van de persoon die moet worden vervangen. Ik ben blij met de motie die is ingediend, omdat iedereen het erover eens leek te zijn, zo wel in het college als in de commissie, dat er een open prcedure moet worden vastgesteld. Als wij nu met elkaar zo'n procedure kunnen afspreken, meen ik dat de principiële discussie die wij over de vervulling van deze vacature hebben gevoerd toch resultaat heeft gehad. Wellicht kunt u, mijnheer de voorzitter, nog ingaan op het gedeelte dat uw portefeuille betreft. De VOORZITTER: Dat wil ik graag doen. In haar laatste opmerkingen heeft mevrouw Paulussen al iets kenbaar gemaakt over het standpunt van het college, waarbij zij ook duidelijk heeft aangegeven hoe de standpunten met betrekking tot de onderhavige aan gelegenheid binnen het college lagen. Overigens kan men naar mijn opvatting op bladzijde 2 van de voordracht duidelijk lezen hoe in het college hier over wordt gedacht. De raad mag erop rekenen dat op korte termijn de kwestie van de vervulling van dit soort vacatures zal worden bekeken, zeker binnen de termijn die in de motie is aangegeven. Ik kan u ver der zeggen dat die motie bij het college geen beden kingen ontmoet, zodat zij voor wat ons betreft kan worden overgenomen. Wellicht moet worden geconclu deerd dat zal dan bij de verdere uitwerking wel blijken dat er nog bepaalde ontsnappingsmoge lijkheden dienen te zijn. Er vindt momenteel nog ambtelijk onderzoek plaats, waarvan de resultaten het college en de commissie algemene zaken zullen passeren en voorts, binnen de termijn die in de motie is gesteld, de raad zullen bereiken. De heer GARRITSENIk vind het een beetje tekenend dat de portefeuillehouder met betrekking tot deze kwestie een minderheidsstandpunt naar voren moet brengen. Dit geeft toch wel iets weer van de positie waarin deze wethouder wellicht binnen het college verkeert. Ik vind dit een erg

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1301