1308
22 SEPTEMBER 1981
orde hebben rekening te houden.
De heer DE BROUWER: U zult begrijpen dat die
toezegging volstrekt onvoldoende is. De PNEM kan
wel toezeggen dat zij met bepaalde dingen rekening
zal houden, maar waartoe zal dat leiden? Ik ben
van mening dat wij een heel goede afspraak met de
PNEM hadden moeten maken. Met de vrijblijvende
toezegging dat met bepaalde zaken rekening zal
worden gehouden kan onze fractie geen genoegen
nemen
De heer GARRITSEN: Ik vind het wat jammer dat
deze wethouder vaak hele stukken uit het pre-ad-
vies voorleest, zonder dat daarnaar is gevraagd,
maar geen antwoord geeft op de vragen die wél zijn
gesteld. Er zullen extra investeringen moeten wor
den gepleegd, en ik wil concreet vernemen hoe die
zullen worden afgedekt en of daaruit geen extra
lasten voor de gemeente zullen voortvloeien.
Niet alleen moeten er beduidend grotere warmte
wisselaars komen, maar er zullen ook bouwkundige
voorzieningen moeten worden getroffen. Ik ben van
mening dat ten aanzien daarvan regelingen zullen
moeten worden getroffen.
Vervolgens heeft de wethouder aangegeven dat
een en ander geschiedt op voorstel van de PNEM,
maar ik zal graag de argumenten voor dat voorstel
horen
Ik neem aan dat de PNEM hierin duidelijke voorde
len zal zien. Het zou best mogelijk kunnen zijn
dat na een bepaalde periode kan worden terugge
gaan naar warmtewisselaars van 50%. Mogelijk zal
dan de regeling voor ons ongunstig zijn, daar wij
dan duurdere warmte zelf moeten stoken, terwijl
wij een investering hebben gepleegd die niet voor
de volle 100% wordt benut. Wanneer wij warmtewis
selaars aanschaffen die maar voor 50% worden ge
bruikt, is die investering vrij onrendabel te
noemen. Voor de gemeente Breda zitten aan deze
kwestie dus eigenlijk alleen maar negatieve