1310 22 SEPTEMBER 1981 heer Garritsen beweert dat de gemeente Breda ver keerd bestuurt, terwijl in de commissie waarvan ik deel uitmaak dit voorstel uitvoering aan de orde is geweest, waar ook een toelichting is ge geven door de aanwezige ambtenaren die al de cijfers in hun hoofd hadden. In de commisssie is ook aangetoond dat het gaat om een rendabele in vestering, wat ook heel eenvoudig kan worden na gerekend. Enerzijds is de warmte vanuit de Amer veel goedkoper qua calorie en anderzijds behoeven wij het ketelhuis, dat met duur aardgas moet wor den gestookt, niet zelf te stoken. Bovendien wordt er op het onderhoud bespaard als op 100%-warmte- wisselaars wordt overgegaan. Dit voorstel is geba seerd op een heel eenvoudig, puur bedrijfs-econo- misch verhaal, waar verder niets achter zit, en de investering kan een heel goede en simpele in vestering worden genoemd. De heer DREEF: De heer Garritsen heeft mij bijzonder nieuwsgierig gemaakt door zijn opmer king dat hij over informaties beschikt, onder andere over de gemeente Oosterhout, die eveneens een contract met de PNEM heeft afgesloten; ik meen dat de heer Garritsen nog andere gemeenten noemde. Ik zou het college willen vragen of wij daarvan eveneens kennis zouden kunnen nemen, mede gezien het gestelde op bladzijde 2 van het pread vies, opdat wij een vergelijkend onderzoek kunnen instellen. De heer GARRTISENGesprekken met energie comité 1 s leveren dit soort informatie op. Ik meen dat ook partijgenoten van de heer Dreef in die comité's actief zijn. Wethouder BROOIMANSDe heer De Brouwer vraagt zich af waartoe de toezegging van de PNEM zal lei den, waarop ik kan zeggen dat het resultaat van de onderhandelingen in de commissie aan de orde zal komen, zodat hij daarvan zelf kennis zal kunnen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1310