1322
22 SEPTEMBER 1981
Op basis van de gegevens van de sociografische
dienst moet worden gesteld dat te zijner tijd,
wanneer de binnenstad na de verwezenlijking van
de geplande woningbouwprojecten een verstevigde
woonfunctie zal hebben verkregen, behoefte zal
bestaan aan een tweetal (katholieke) minimum
concentraties van acht lokalen voor het basis
onderwijs. Het college heeft de plicht te zorgen
voor genoegzaam openbaar onderwijs, alsdus het
gestelde in de wet. Naar het oordeel van het col
lege van b. en w. is er op dit moment geen aan
leiding om te veronderstellen dat voor de binnen
stad het oprichten van een school voor openbaar
onderwijs zou kunnen worden gevorderd op basis
van het gesteld in artikel 19 van de Lager-onder-
wijswet.
De heer Garritsen heeft mij gevraagd of ik
kennis heb genomen van de brief van de Vereniging
van Openbaar Onderwijs. Uiteraard komt de verte
genwoordigster van die vereniging in de brief
op voor het openbaar onderwijs. Ik meen dat ik
zojuist al een antwoord heb gegeven op de vraag
stelling die vanuit de commissie naar voren is
gekomen.
De heer Schuring heeft gevraagd naar de coör
dinatie tussen onderwijs enerzijds en ruimtelijke
ordening en openbare werken anderzijds. Ik kan
hem zeggen dat die coördinatie goed is te noemen
en dat daarbij het voortouw moet worden genomen
door onderwi j s
Mevrouw Elie heeft nog gesproken over de si
tuering van het protestants-christelijk onderwijs
Ook ten aanzien daarvan is sprake van bepaalde
tekenen aan de wand en van een moeilijke situa
tie. Er kan evenwel worden gezegd dat het colle
ge buitengewoon prettige en frequente contacten
met de Vereniging voor Protestants-Christelijk
Onderwijs onderhoudt, waarbij wij bezien wat aan
haar situatie in Breda valt te doen.
Mevrouw Saelman is van oordeel dat eerst
het plan op tafel moet komen en dat pas daarna