22 SEPTEMBER 1981 1335 De heer VAN DE STEENOVEN: Wij dienen vanavond een beslissing te nemen over een voorstel dat in feite behelst het verhogen van een aantal belas tingtarieven en een aantal andere tarieven in de sfeer van de leges en dergelijke. Ik meen dat hier bij twee vragen dienen te worden beantwoord, in de eerste plaats of die verhogingen wel zo noodzake lijk zijn, en in de tweede plaats of de lasten welke uit de verhogingen voortvloeien wel recht vaardig zijn verdeeld. Ik wil eerst nader ingaan op de vraag of de verhoging wel noodzakelijk is. Als wij de begro ting voor 1982 lezen, kunnen we in feite al zien dat aan een belastingverhoging en een tariefsver hoging niet valt te ontkomen. De gemeente komt voor steeds grotere lasten te staan als gevolg van de stijging van de lonen en de prijzen, als gevolg van het achterblijven van verhoging van de uitke ringen van de rijksoverheid uit het gemeentefonds, maar ook vanwege het feit dat nog een groot aantal noden in onze stad om een oplossing vraagtIk denk dan aan de woningnood, de werkloosheid en het toenemend beroep dat op de sociale dienst wordt gedaan. Dit alles leidt ertoe dat wij als gemeente nogal wat geld moeten uitgeven. De ontwerp-begro- ting voor het volgend jaar vertoont, zelfs ondanks de reeds ingecalculeerde tariefsverhogingen, nog een aanzienlijk tekort. Nu is dat tekort op zich zelf niet zo rampzalig, want de rekeningen over de afgelopen jaren hebben grote overschotten ver toond, hetgeen heeft geresulteerd in een aanzien lijke saldireservezodat we het voor het komend jaar nog wel zullen redden. Breda is nog niet arm lastig, maar aan de andere kant kunnen we niet elk jaar een tekort op de begroting accepteren. Boven dien lijkt het niet zo verstandig om alleen nog maar op de reserves te gaan interen. Het zou beter en ook veel prettiger zijn wanneer we de reserves die we in het verleden hebben opgebouwd zouden kunnen gebruiken voor nieuw beleid, bijvoorbeeld voor investeringen in de stadsvernieuwingssfeer.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1335