22 SEPTEMBER 1981 1337 tariefsverhogingen dikwijls even groot voor de laagst betaalden als voor de beter gesitueerden, en bovendien worden die energietariefsverhogingen niet verrekend in de prijscompensatie. De verho ging van de onroerend-goedbelasting komt dus bo venop een aantal verhogingen van de woonlasten. Voor de laagstbetaalden van wie de inkomens feite lijk reëel omlaag gaan of in de toekomst omlaag zullen gaan, gezien de voorspellingen vanuit Den Haag, zijn de verhogingen in feite niet meer op te brengen. Naar onze mening is het dan ook een taak voor de gemeente te onderzoeken wat er ten aanzien van die woonlasten kan worden gedaan, waarbij aan meerdere facetten zal moeten worden gedacht, namelijk aan de mogelijkheden van goed kopere woningbouw, aan de mogelijkheid om iets te doen aan de tarieven en aan de mogelijkheid om iets aan de belastingen te doen. Thans is de on roerend-goedbelasting aan de orde en daarover wil ik het een en ander zeggen, mede naar aanleiding van hetgeen collega Peeters hierover heeft gezegd. In het verleden heeft de Partij van de Arbeid ge pleit voor een belastingvrije voet; wij hebben daarvoor niet alleen gepleit in de laatste verga dering van de commissie financiën, maar wij plei ten daarvoor al jaren. Het effect van zo'n belas tingvrije voet zou zijn dat de mensen die in goed kopere woningen wonen een lager tarief zouden gaan betalen. In feite is dat een grof middel de heer Peeters heeft dat terecht geconstateerd omdat inderdaad nog steeds mensen met een vrij behoorlijk salaris in een goedkope huurwoning wo nen. Op zichzelf betreuren wij dat, maar wij kun nen als gemeente daaraan niet zo verschrikkelijk veel doen. Het is te hopen dat de nieuwe regering dat probleem eens grondig ter hand gaat nemen. Niettemin menen wij dat wanneer voor de gebruikers een belastingvrije voet zou worden ingevoerd voor duizenden Bredanaars een rechtvaardiger en eer lijker tarief zou gelden, met name voor degenen die met een laag inkomen in een woning met een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1337