1338
22 SEPTEMBER 1981
lage huur zitten en in die situatie zitten toch
wel de meeste bewoners van goedkope huurwoningen
in Breda.
De C.D.A.-fractie en de V.V.D.-fractie, die
de meerderheid in deze raad vormen, voelen niet
zo veel voor ons voorstel tot instelling van een
belastingvrije voet; in het verleden is dat al
gebleken en ook in de laatste commissievergadering
kwam dat weer naar voren. Wij vinden dat jammer,
maar wij hebben wél signalen ontvangen die aange
ven dat binnen de genoemde fracties de problema
tiek van de laagstbetaalden wordt onderkend en
dat ook zij van mening zijn dat daaraan iets moet
worden gedaan. Van die kant blijkt men er ook wel
toe bereid te zijn te onderzoeken in hoeverre de
methodiek van de heffing niet enigszins zou kun
nen worden veranderd, ten gunste van de laagst
betaalden. Onze fractie heeft overleg gepleegd
met de C.D.A.-fractie teneinde te bereiken dat
wij als gemeenteraad tot een gezamenlijke uit
spraak kunnen komen, inhoudend een verzoek aan
het college tot het instellen van een onderzoek
naar de mogelijkheden van een zodanige wijziging
van de onroerend-goedbelastingheffing dat het pro
bleem van de hoge woonlasten voor de laagst be
taalden iets kan worden verminderd. Onze fractie
is akkoord gegaan met de tekst van de motie die de
heer Peeters zojuist heeft ingediend. Het moet mij
evenwel van het hart dat het betoog dat de heer
Peeters bij het indienen van de motie hield in
feite een beetje tegen de motie in ging. Hij stel
de namelijk dat er zijns inziens wel een onderzoek
zal moeten worden gepleegd, maar dat hij eigenlijk
de uitslag van dat onderzoek al weet; hij meent
dat het erg moeilijk zal zijn via de onroerend-
goedbelasting iets aan de woonlasten te doen. Nu
kan ik me voorstellen dat de heer Peeters vanuit
zijn eigen persoon heeft gesproken ik doe dat
zelf ook wel eenswat uiteraard ook zijn goed
recht is, maar ik zal het toch wel prettig vinden
van het C.D.A. te horen of het echt wel in zo'n