1344 22 SEPTEMBER 1981 volstrekt overbodig is, waarna hij onmiddellijk opmerkte dat het college bereid is de motie te accepteren. Ik vraag mij dan toch wel in gemoede af waarmee wij bezig zijn. Enerzijds is de motie volgens de wethouder overbodig, maar anderzijds accepteert het college de motie, kennelijk omdat de meerderheid achter die motie staat. Gezien de notulen van de commissie financiën, waarin exact is aangegeven dat wij juridisch-wettelijk geen en kele mogelijkheid hebben om het in de motie ver woorde uit te voeren, geven wij als fractie de heer Van Banning graag de gelegenheid uil; te leg gen waarom de motie overbodig is. Wethouder VAN BANNING: Ik vind het verschrik kelijk aardig van de heer Ten Wolde dat hij mij die handreiking biedt, maar ook zijn fractie is niet voltallig aanwezig. Het lijkt mij toch wel goed een en ander op papier te zetten. Ik zal een aantal extra exemplaren laten maken, opdat men dat stuk ook aan nieuwkomers zal kunnen geven. Hope lijk zal er te zijner tijd een discussie kunnen worden gevoerd waarin duidelijk kan worden gemaakt of de O.G.B. bruikbaar is in de geest als door de indieners van de motie wordt bedoeld. In het voor stel wordt al een antwoord op verschillende vragen gegeven, maar ik durf het voorstel niet te cite ren, want dan zou men mij vermoedelijk verwijten dat ik niets nieuws breng. De heer Garritsen heeft bij een ander voorstel al een dergelijke opmerking gemaakt De heer VAN DE STEENOVEN: Ik heb een beetje de indruk dat de heer Van Banning zo ongeveer wil zeggen dat in de notitie grofweg het betoog van de heer Peeters zal komen te staan, in welk betoog is verwoord dat er totaal geen mogelijkheden zijn. Als ik dat goed heb begrepen, heb ik toch wel ern stig behoefte aan schorsing. Wethouder VAN BANNING: Als de heer Van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1344