22 SEPTEMBER 1981 1349 termijn naar voren bracht. Ik hoop dat de meerder heid van de raad en het college werkelijk serieus willen overgaan tot het instellen van een open on derzoek, waarmee ik bedoel te zeggen dat niet van te voren zal moeten worden bepaald welk resultaat dat onderzoek dient te hebben. Er zal een open onderzoek moeten worden ingesteld naar de moge lijkheden om de methodiek van de heffing van de onroerend-goedbelasting zodanig aan te passen, dat de mensen met de laagste inkomens in Breda minder behoeven te betalen. De mogelijkheden daartoe zul len serieus op een rijtje moeten worden gezet en er zal niet naar een bepaalde conclusie mogen wor den toegeschreven. De heer SUURMEIJER: Gelooft u daar dan nog in, nu door de heer Peeters al is gezegd dat in technische zin een aantal constateringen is te doen die dermate negatief op het door u gewenste werken, dat je gerede twijfels omtrent de uitkom sten van het onderzoek kunt hebben? De heer VAN DE STEENOVEN: Dat is natuurlijk een oude discussie. Wij hebben in het verleden al naar voren gebracht dat er wel degelijk mogelijk heden zijn om tot een aanpassing over te gaan, zo als dat in andere gemeenten ook wel blijkt. Wij hebben nooit voorgesteld tot een progressief te komen de heer Peeters veronderstelde dat ten onrechteomdat dat, helaas, wettelijk gezien niet mogelijk zou zijn. Wij zouden graag zien dat via een aanpassing van de wet ook die mogelijkheid zou worden geschapen. Er zijn echter nog altijd andere mogelijkheden, waarover wij al uitvoerig hebben gediscussieerd. Wij wensen dat naar die mogelijkheden een serieus onderzoek wordt inge steld, reden waarom wij met de motie akkoord zijn gegaan. Wij zullen moeten bekijken of de resulta ten van een veranderde tariefstelling gunstig of juist ongunstig ten opzichte van de laagstbetaal den werken. De heer Peeters heeft het een en ander

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1349