22 SEPTEMBER 1981
1351
wij ook bij de behandeling van de begroting over
dat onderwerp zullen moeten spreken. Nogmaals wil
ik stellen dat ik niet kan inzien waarom het een
halfjaar zou moeten duren alvorens de notitie
wordt uitgebracht. De wethouder heeft te kennen
gegeven dat de notitie waarschijnlijk wel wat
sneller zal kunnen worden uitgebracht. Ik zal
graag zien dat dat vóór de begrotingsbehandeling
gebeurt, want als de notitie nog zes maanden uit
blijft wordt het aanbrengen van veranderingen weer
een jaar opgeschoven, wat ik een uitermate slechte
zaak zou vinden.
Wethouder VAN BANNING: In de richting van de
heer Van de Steenoven wil ik nogmaals nadrukke
lijk zeggen dat er inderdaad een open onderzoek
zal worden ingesteld. Ik zal in het kader daarvan
duidelijk tegenover elkaar trachten te zetten wat
wel en wat niet tot de mogelijkheden behoort.
Vervolgens heeft de heer Van de Steenoven in
verband met de motie nog gesteld dat ik eigenlijk
ook iets zou moeten kunnen mededelen omtrent de
stand van zaken op andere terreinen. In de motie
lees ik dat het college wordt verzocht een deel-
notitie te overleggen, op basis waarvan de raad
zich in positieve dan wel in negatieve zin zal
kunnen uitspreken over de vraag of de systematiek
en de methodiek van de O.G.B. op lokaal niveau een
hanteerbaar instrument kunnen zijn. Ik heb namens
het college toegezegd dat de raad die notitie zal
ontvangen. Ik geloof niet dat het primair de taak
van de wethouder van financiën is om aan te geven
of er in het kader van de volkshuisvesting of wel
licht op andere terreinen nog mogelijkheden zijn
met betrekking tot de woonlasten. In de motie
wordt daarnaar trouwens ook niet gevraagd.
De heer VAN DE STEENOVEN: In de motie staat
onder meer: "zich afvragend welke van deze compo
nenten op lokaal niveau beïnvloedbaar zijn", zo
dat er over meerdere componenten wordt gesproken.