1354 22 SEPTEMBER 1981 In de richting van de heer Van Asseldonk wil ik nog iets zeggen over de door ons ingediende motie. Ik kan hem zeggen dat dit duidelijk een motie van de P.v.d.A. is. In deze motie hebben wij een termijn aangegeven, omdat wij al herhaalde malen naar het onderwijsplan hebben gevraagd. Als commissie onderwijs hebben wij de toezegging ge kregen dat het concept medio 1981 gereed zou zijn, maar het is op dit moment nog niet klaar. Wij heb ben daarom in een motie tot uitdrukking gebracht dat in ieder geval het spreidingsplan zo snel mo gelijk aan ons moet worden voorgelegd. De heer GARRITSEN: Ik wil over twee punten spreken, namelijk over het openbaar onderwijs en over de locatie. Ik heb begrepen dat ik in eerste termijn even een beetje te ver ging en daardoor wellicht de gemeentelijke belangen zou kunnen schaden. Ik zal daarom graag in een besloten ver gadering over het tweede punt spreken. Met betrekking tot het openbaar onderwijs wil ik de wethouder nog enkele vragen stellen. Er zal een scholenplan dienen te worden uitgebracht. Ik moet u zeggen dat ik vrij sceptisch sta tegenover de mogelijkheid die nog aanwezig zal zijn om een openbare school in de binnenstad te vestigen, ze ker als het nu voorliggende besluit wordt genomen. Het totale aantal leerlingen is dalende, al zal het in de binnenstad waarschijnlijk wat stijgen, vanwege het feit dat de woonfunctie van de binnen stad zal worden versterkt. Gelet op de cijfers die ik in eerste instantie heb genoemd is het duide lijk dat eigenlijk eerst de realisatie van een school voor openbaar onderwijs aan bod zou moeten komen, ten aanzien waarvan het college de verant woordelijkheid draagt. Ik ben van mening dat het college voor wat betreft die verantwoordelijkheid duidelijk tekort schiet. Mijns inziens moet niet op het scholenplan vooruit worden gelopen door nu al een school voor katholiek onderwijs te stich ten. In dit verband wil ik ook het protestants-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1354