22 SEPTEMBER 1981 1359 De heer VEELENTURF: Onze fractie heeft geen problemen met beschikbaarstelling van het gevraag de krediet, maar wij willen bij dit agendapunt boch nog graag een kanttekening plaatsen. Reeds enkele jaren zijn diverse diensten in een integra le aanpak met de bewoners aan het stoeien over de vraag hoe de wijk zou kunnen worden verbeterd. Op zichzelf is dit niet zo'n gekke opzet, maar de vraag dringt zich wel op of de gevolgde methode wel goed is geweest. Men nodigt de bewoners bijna iedere maand uit om bij elkaar te komen; alleen al dit jaar zijn er zo'n twaalf vergaderingen gehou den. Men zou misschien verwachten dat de resulta ten navenant zijn, maar die zijn nu niet bepaald om over naar huis te schrijven. De buurt vraagt zich dan ook af of dit alles wel zin heeft gehad. Zelf plaatst u daarbij eveneens vraagtekens, want in het voorstel kunnen we lezen dat de opkomst bij de inspraakavonden teleurstellend was. Wordt het hele inspraakgebeuren niet erg overtrokkenleeft het echt wel bij de bevolking en is deze opzet voor herhaling vatbaar? Zoals u bekend is, is van het begin af aan de grootste wens van de bewoners geweest dat de grote speeltuin ook in het weekend open zou zijn. In het voorstel vind ik de vage opmerking dat met die wens zo veel mogelijk rekening zal worden gehouden. Wat betekent dat concreet? Als je na twee jaar in spreken met zo'n vaag verhaaltje het bos in wordt gestuurd, lijkt mij dat niet erg bevorderlijk. Herhaaldelijk, ook in de laatste vergadering, hebt u in de wijk bevestigd dat per 1 oktober aan staande met de werkzaamheden zal worden begonnen. Is dat tijdstip wel reëel en haalbaar? Wethouder WELSCHEN: Ik wil in reactie op de vragen volstaan met enkele algemene opmerkingen. Van de voorstellen welke door het college worden ingebracht zijn sommige wat plezieriger dan andere. Dit voorstel, in relatie met voorstel bij lage 355, waar het gaat om bijna 1 miljoen ten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1359