15 OKTOBER 1981
1390
samenwerkingsdienst is in artikel 8, lid 2 bepaald,
dat in het bestuur van een dergelijke dienst de
gemeenten uitsluitend als bevoegd gezag van open
bare scholen vertegenwoordigd mogen zijn.
En hiermee viel de (financiële)basis weg voor de
zogenaamde bijzondere gemeenschappelijke regeling
ex artikel 41 W.G.R. waaraan naast gemeenten (als
overheid) ook privaatrechtelijke rechtspersonen
(onderwijs) zouden deelnemen.
Een vertegenwoordiging van de stuurgroep regionale
S.A.D. heeft op 29 januari 1981 een gesprek gehad
met ambtenaren van het ministerie van onderwijs en
wetenschappen. Uit dit gesprek is gebleken, dat de
artikel 41-regeling niet past in de rijkssubsidie
voorwaarden; voor bestaande diensten is in de
rijksregeling een overgangstermijn van 5 jaren in
gebouwd om naar de in de regeling gewenste struc
tuur te geraken; het werd het in gesprek ten de-
partemente weinig zinvol geacht voor genoemde pe
riode nog de artikel 41-regeling tot stand te
brengen.
Bij brief van 11 maart 1981 heeft de stuurgroep
zich tot de staatssecretaris van onderwijs en we
tenschappen gewend met het verzoek te onderzoeken
of en zo ja in hoeverre de artikel 41-regeling in
strijd is met de rijkssubsidieregeling; op deze
brief is ondanks herhaald rappel nog geen antwoord
ontvangen.
In een schrijven d.d. 11 maart 1981 heeft de
stuurgroep S.A.D. zich voorts tot het bestuur van
de Diocesane Katholieke Schoolraad en het dage
lijks bestuur van het Stadsgewest (als initiatief
nemers) gewend en daarin onder meer het navolgen
de gesteld:
"Het is ons gebleken dat met name een van de grond
slagen van ons plan, de publiekrechtelijke be
stuursstructuur van de artikel 41-regeling in de
door ons uitgewerkte zin, niet in de nieuwe rijks
regeling past. De overheid kan uitsluitend als
bevoegd gezag van openbare scholen aan het bestuur