15 OKTOBER 1981 1398 Ad 12 en 3 Een verzoek om verlening van bijstand bij het ver voer van radio-actief afval vanuit Petten heeft mij niet bereikt. Voor het overige volsta ik met U te verwijzen naar mijn opvatting over de inter pretatie van de artikelen 44 en 50 van de Politie wet, die U genoegzaam bekend is. Ad 4. Tot op heden ben ik als hoofd van de politie niet in een situatie gekomen, waarbij politiefunctiona rissen ernstige gewetensbezwaren in het geding brachten v. Brief van heer P. Neeb d.d. 1 oktober 1981 inzake beëindiging raadslidmaatschap. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het geen burgemeester en wethouder ten aanzien van de onder C vermelde stukken hebben voor gesteld. 3. bijlage nr. 362 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET AANGAAN VAN OVEREENKOMSTEN BETREFFENDE DE VER VREEMDING VAN ONROEREND GOED. (D) De heer GARRITSEN: Ik wens om de bekende re denen tegen dit voorstel te stemmen. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten, onder aantekening dat de heer Garritsen geacht wil worden te hebben tegengestemd. 4. bijlage nr. 363 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET AANGAAN VAN OVEREENKOMSTEN BETREFFÉNDE DE VER WERVING EN/OF RUILING VAN ONROEREND GOED. (D)

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1398