15 QKTOBER 1981 1402 mogen worden besteed. Uw voorstel heeft niets te maken met bewustwording van de Bredase burgers, want het gaat duidelijk alleen om het stichten van een religieus centrum. Over het tweede punt waarmee ik moeite heb, heb ik in de commissie ook al gesproken. Ik ben er erg verheugd over dat de V.V.D. nu voor het eerst in de raad voor een principiële benadering heeft gekozen voor wat betreft de verhouding tussen kerk en staat. Het is erg verheugend dat de V.V.D. een dergelijk standpunt naar voren heeft gebracht, al gebeurt dat wel wat laat; zij had mijns inziens ook op eerdere momenten van een dergelijke benade ring moeten laten blijken. In elk geval kan ik mij in deze benadering helemaal vinden. Toch zit ik nog wel met een probleem, want bij het stichten van een moskee gaat het om mensen die in de maatschappij behoorlijk onderaan zitten en bijna geen middelen hebben om dit soort zaken zelf te realiseren. Je kunt natuurlijk het libera le principe blijven aanhangen en zeggen dat deze mensen zelf als particuliere organisatie de gel den hiervoor zullen moeten ophoesten. Gezien de situatie waarin de buitenlanders verkeren heb ik echter in de commissie gezegd dat ik voor wat be treft dat principiële punt ëén oog dicht zou wil len doen. In de partij heb ik echter deze kwestie doorgesproken en heel indringend met een aantal mensen daarover gepraat, waarbij ik toch tot de overtuiging ben gekomen ik sta daar nu ook vol ledig achterdat het verlenen van deze subsidie een precedentwerking zou kunnen hebben. Ik ben het dan ook principieel volledig eens met de V.V.D. Ook historisch gezien is het altijd een heel dui delijk socialistisch standpunt geweest dat de ge meenschap geen middelen beschikbaar dient te stellen voor het stichten van kerken. Vandaar dus dat ik tegen dit voorstel zal stemmen. De heer OOMEN: Onze overconsumptieve maat schappij waarin wij zwelgen in rijkdom en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1402