140
27 JANUARI 1981
zou zijn geweest ook de raadsfracties op de hoogte
te stellen.
Op de tweede plaats het volgende. Het excuus
dat de wethouder aanvoert voor het niet-benaderen
van de Raad van Bestuur getuigt naar mijn mening
van een zekere valse bescheidenheid. Als de gemeen
te het voortouw neemt, een persverklaring uitgeeft
en iedereen bij elkaar roept, kan de wethouder
niet zeggen; "Niet iedereen kan de Raad van Be
stuur benaderen." Onze fractie heeft een bespre
king in de Enka-vestiging gevoerd omdat bepaalde
verklaringen ons op een gegeven ogenblik niet dui
delijk waren. De deur staat open en als de wethou
der had gebeld, had men hem graag ontvangen: hij
is echt niet iedereen! Hij had best kunnen probe
ren "een schoen tussen de deur te krijgen".
De VOORZITTER; Ik zal nu voldoen aan het ver
zoek van de heer Crul. Ik schors daartoe de ver
gadering voor korte tijd.
SCHORSING.
De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. Mij
is zojuist een motie overhandigd die is onderte
kend door alle aanwezige fractievoorzitters en die
dus kan worden beschouwd als een uitspraak van al
le fracties. De motie luidt als volgt:
"De raad van de gemeente Breda, in vergade
ring bijeen op 27 januari 1981;
overwegende dat;
1de Raad van Bestuur van Enka eerdere af
spraken inzake continuering van Enka niet
is nagekomen;
2. het tot nu toe gevoerde beleid door het
college inzake Enka wordt ondersteund;
3. de sluiting van Enka speciaal voor de
werknemers van Enka, maar zeker voor de
totale bevolking van Breda, ernstige ger
volgen kan hebben;
stelt vast dat: