1407 15 OKTOBER 1981 commissie sociale zaken, een subsidie te verlenen ten behoeve van de startfase voor de stichting van een moskee, met welke subsidie gedurende vijf jaar de erfpachtscanon voor deze moskee kan wor den betaald. Ik heb er al op gewezen dat bij de geldinzamelingsactie in 1977 door de Turkse en Marokkaanse gemeenschap zelf erg veel is bijgedra gen. Door de moskee-commissie is indertijd gezegd dat wanneer in 1981 nog geen realiseringsmogelijk heid aanwezig zou zijn men het geld zou kunnen terugkrijgen. Wij hebben daarom nu de knoop moeten doorhakken. Wij hebben erg veel begrip voor dege nen die deze kwestie vanuit een principieel uit gangspunt benaderen; ook dat uitgangspunt is in onze beoordeling nadrukkelijk meegenomen. De ba lans is echter doorgeslagen naar het scheppen van mogelijkheden voor deze groep burgers van Breda, die van ver zijn gekomen, misschien op dit moment voor ons nog verre burgers zijn, maar ons wellicht meer nabij zullen komen. Wij willen ten behoeve van deze groep voorwaarden scheppen, die het haar mogelijk maken tot een eigen religieuze en soci aal-culturele beleving te komen. Hierbij wil ik nog vermelden dat van het ongeduld van de Turken en de Marokkanen op dit moment door een aantal an dere groepen, zoals Amicales en de Grijze Wolven, een dankbaar gebruik wordt gemaakt om negatieve propaganda voor de Nederlandse instellingen en autoriteiten te maken. Voor ouderen en jongeren heeft de stichting van een moskee een enorme be tekenis en daarom willen wij op deze wijze een be perkte bijdrage verlenen tot de start. Nogmaals zeg ik dat voor de Moslimwerknemers en hun gezin nen een moskee in deze voor hen vreemde samenle ving een bredere sociaal-culturele functie heeft dan alleen een godsdienstige. Er wordt voorgesteld een deel van de subsidie te betalen uit de post ontwikkelingssamenwerking. Op basis van de discussienota-ontwikkelingssamen- werking zullen wij nog, via inspraak, met elkaar bekijken wat wij op Bredaas niveau onder

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1407