15 OKTOBER 1981 1426 Onze fractie wil met dit voorstel akkoord gaan, opdat nu al een begin kan worden gemaakt met de ruimtelijke integratie. De wethouder heeft toe gezegd dat in de toekomst alle ouders bij het he le gebeuren zullen worden betrokken, maar wij wil len de noodzaak daarvan nog eens benadrukken waarbij wij vooral denken aan de definitieve huis vesting van de school. De gemeente dient uit deze gang van zaken te leren dat bij integratie, ook bij ruimtelijke integratie, van kleuter- en lager onderwijs, de ouders nadrukkelijk en vroegtijdig moeten worden betrokken. Wethouder SANDBERG: Ik kan de heer Gielen verzekeren dat de teamleiding zich in staat voelt de problemen op te lossenhetgeen uiteraard wel de nodige inventiviteit en het nodige improvisa tievermogen zal kosten. Voor het in werking treden van de wet op het Basisonderwijs is nu de datum 1 augustus 1985 aan gegeven, maar ook die staat nog niet vast. Door de beide schoolbesturen en de beide schoolteams is evenwel zo spoedig mogelijke integratie nage streefd; het liefst zou men deze zomer al met die integratie zijn begonnen. Mevrouw Elie kan ik zeggen dat er een geïnte greerde buitenspeelplaats zal komen, die zowel voor de kleuters van De Kleine Wereld als voor de peuters van De Huppeldruppel bestemd zal zijn. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. De VOORZITTER: U hebt een brief ontvangen van de heer Van Dijke, die mede namens andere ou ders is geschreven. Ik stel u voor deze brief af te doen conform de beslissing die u zojuist hebt genomen. Het lijkt mij correct dat de- ouders op die wijze worden geïnformeerd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1426